Dit voorjaar zijn twee zeldzame libellensoorten ontdekt bij Nanninga’s Bos in het Westerkwartier, de Venwitsnuitlibel en de Noordse witsnuitlibel.
De verwachting was dat het zwervende beesten waren vanuit het Fochteloërveen waarbij Het Groninger Landschap hoopte dat ze lokaal opgegroeid waren. Om hier zekerheid over te krijgen zijn er afgelopen zomer larvehuidjes verzameld. Dit zijn de huidjes die libellen achterlaten als ze de metamorfose ondergaan van larve naar libel.
Van de ruim 300 gevonden huidjes blijken er 6 afkomstig van de Noordse Witsnuitlibel en de Venwitsnuitlibel. Het Groninger Landschap is erg blij met dit bijzondere feit want nu weten we zeker dat ze zich ook voortplanten in het ven en dat het om lokale populaties gaat.
De beide soorten profiteren waarschijnlijk van het beheer wat de afgelopen jaren door Het Groninger Landschap is uitgevoerd. Er zijn diverse bomen en struiken rond het ven gekapt waardoor het ven meer in de zon is komen te liggen en dit is gunstig voor libellen.