Eerste resultaten onderzoek ‘Broedsucces vastelandskust’ bekend

In 2020 startte een consortium, bestaande uit Ecosensys, Altenburg & Wymenga, Sovon en de RUG, onder leiding van Het Groninger Landschap een onderzoek naar het broedsucces van wadvogels aan de vastelandskust. Tijdens dit onderzoek zijn verscheidene maatregelen om het broedsucces aan de vastelandskust een positieve impuls te geven getest. Belangrijke pijlers van het onderzoek zijn: 1. De kwaliteit van het voedselaanbod en 2. De aanwezigheid van predatoren. Mei 2022 presenteerden Ecosensys en Altenburg & Wymenga de eerste resultaten. Het onderzoek naar het broedsucces vastelandskust is onderdeel van het samenwerkingsproject Wij&Wadvogels.

Predatoren in het kustgebied

Om de beweging van grondpredatoren langs de noordelijke kust te zien heeft Bob Jonge Poerink, ecologisch onderzoeker van Ecosensys, tussen 2020 en 2022 vossen en steenmarters gezenderd. ‘De volgperiode was zo’n 3 tot 6 maanden aangezien de zenders op batterijen werkten en niet op solartechniek, omdat het nu eenmaal nachtdieren zijn’, vertelt Jonge Poerink bij het delen van de tussentijdse resultaten. ‘Desalniettemin konden we de vossen en steenmarters lang genoeg volgen voor een goed beeld van hun bewegingen en impact.’

"Het kluteneiland in de kwelders van de Dollard is omringd door water en voorzien van een stroomraster. Een zeer effectieve combinatie van beheermethoden om predatoren buiten het broedgebied te houden"

Combineer beheermethoden

De aanwezigheid van predatoren blijkt een bepalende factor voor het broedsucces en laten weinig nesten van wadvogels in de kwelders ongemoeid. ‘Steenmarters en vossen zijn inventief en volhardend. Vossen schuwen water niet en zwemmen relatief lange afstanden om een broedeiland te bereiken, ondanks dat ze een voorkeur hebben om zich over het droge te bewegen. Maar over volhardend gesproken: we hebben ook vossen gemonitord die volledig op de kwelders leven.’

De aanbevelingen zijn wat Jonge Poerink betreft helder. ‘Het kluteneiland in de kwelders van de Dollard  is omringd door water en voorzien van een stroomraster. Een zeer effectieve combinatie van beheermethoden om predatoren buiten het broedgebied te houden, want daar is geen vos of steenmarter gesignaleerd.’ Het gebruik van één beheermethode is minder effectief, maar een goede aanleg eens te meer cruciaal. Het predatieonderzoek gaat de komende tijd door om tot mogelijk fijnmaziger conclusies te komen die terrein beherende organisaties nog meer handvatten bieden in predatiemanagement.

"Insecten vormen waarschijnlijk een belangrijke voedselbron voor kuikens. Verder zien we dat de beschikbaarheid van voedsel in de vorm van insecten verband houdt met de weersomstandigheden. "

Voedselaanbod Klutenplas

De tweede pijler binnen het onderzoek richt zich op het voedselaanbod voor jongen van de kluut. Bioloog Nina Fieten van adviesbureau Altenburg & Wymenga leidde dit onderzoek. ‘In 2020 hebben we een eerste inzicht verkregen van het voedselaanbod voor klutenjongen in binnen- en buitendijkse gebieden langs de vastelandskust. We stelden vast dat het voedselaanbod bij de Klutenplas bij Westernieland op het moment van bemonsteren, aanzienlijk lager was dan in de andere gebieden waar we monsters afnamen. Voor het onderzoek in 2021 hebben we ons daarom geconcentreerd op dit gebied.’

Voor het onderzoek is een variatie aan monsters afgenomen. ‘Voor het vaststellen van het dieet werd de ontlasting van kuikens onderzocht. Voor het voedselaanbod hebben we gekeken naar de aanwezigheid van vliegende- en kruipende insecten, dieren in de waterkolom en bodemdieren (benthos). Daarnaast hebben we constant de omgevingsfactoren als (water)temperatuur, het zoutgehalte in het water en waterstanden gemonitord’, legt Fieten uit. De variëteit aan resultaten kunnen worden samengevat in een aantal belangrijke conclusies.

 

 

‘Insecten vormen waarschijnlijk een belangrijke voedselbron voor kuikens. Verder zien we dat de beschikbaarheid van voedsel in de vorm van insecten verband houdt met de weersomstandigheden. Bijvoorbeeld, hoe hoger de temperatuur, hoe meer insecten. Het zoutgehalte bepaalt de aanwezigheid van verschillende soorten benthos. Daarnaast werd het gebied in 2021 gevoed door een brakwatertoevoer. Hoewel dit niet statistisch is aangetoond, is dit mogelijk wel van belang geweest voor de ontwikkeling van de voedselbeschikbaarheid in het gebied ’

kluut kluut

Blik op de toekomst

Fieten signaleert een opwaartse beweging in 2021 ten opzichte van 2020. ‘Het voedselaanbod in 2021 was een stuk beter dan in 2020 en dat geldt ook voor het broedsucces dat exceptioneel hoog was in 2021. Mogelijk heeft het weer alsmede de waterhuishouding daarin een rol gespeeld. Maar om daar zekere conclusies aan te verbinden is langjarige monitoring een vereiste.