Het Groninger Landschap heeft 30 konikpaarden op transport gezet naar Duitsland. Ze gaan daar het natuurgebied Thuringen begrazen, een gebied van 3000 hectare, vergelijkbaar met 6000 voetbalvelden groot.
De paarden komen van de kuddes uit Bourtange en van de Ennemaborgh van Het Groninger Landschap. Om te voorkomen dat de begrazingsdruk in die gebieden te hoog wordt, worden om de drie jaar paarden geselecteerd en verkocht. Het Groninger Landschap is blij dat de dieren in hun nieuwe gebied een bijdrage kunnen leveren aan het natuurbeheer.
Sinds 1982 grazen er konikpaarden op het landgoed Ennemaborgh. Konikpaarden stammen af van de Tarpan, het Europese wilde paard. Het Groninger Landschap was de eerste natuurorganisatie die paarden inzette voor natuurbeheer. De paarden knagen aan bomen, ze schillen de bast. Daardoor sterft hier en daar een boom. Op de open plek die de boom achterlaat kan zonlicht doordringen en zien kruiden en andere planten kans om te ontkiemen. Vlinders en insecten hebben daar weer baat bij. Ze voelen zich thuis op warme plaatsen met bloeiende planten. Zo wordt het bos gevarieerder. Het beheer heeft ook geleid tot de terugkeer van de das.