Saxifraga, Ed Stikvoort
Wilde Groninger planten
Speciaal voor de 'Wilde bloemen- en plantenmaand' hebben we tien typisch Groningse wilde planten voor jullie op een rijtje gezet. We zijn benieuwd of jij ze al kent.
Veel bloemen en planten zijn onder controle van de mens. Kamerplanten, tuinplanten, landbouwgewassen, allemaal zijn ze aangepast aan de wensen van de mens. Gelukkig bestaan er ook nog écht wilde bloemen en planten. Spot je een van deze top 10 planten karakteristiek voor Groningen? Stuur ons dan een foto via sociale media.
Klein zeegras Zostera noltii
Zeegras is één van de weinige vaatplanten die gebonden is aan zeewater. Klein zeegras leeft in de zone tussen hoog en laag water. De kruipende wortelstok bevindt zich in de zeebodem, van daaruit ontspringen de lijnvormige bladeren en de stengels met de bloeiwijzen. Zeegras is bestand tegen sterk wisselende zoutgehalten: van indrogend zeewater tot zoet regenwater. Zeegras is een belangrijke voedselplant voor smienten en rotganzen en zeegrasvelden bieden ruimte en beschutting aan tal van diersoorten. Klein zeegras was plaatselijk algemeen in de Waddenzee, maar is sterk afgenomen en staat op de Rode Lijst als ‘ernstig bedreigd’. In Groningen komt Klein zeegras plaatselijk voor aan de Waddenkust tussen Lauwersmeer en de Eemshavens en op ‘de Rottums’.


Kamgras Cynosurus cristatus
Kamgras is een grijzig-groen gras dat in pollen groeit en ongeveer 50 cm hoog wordt. Het gras dankt zijn naam aan kamvormige aartjes. Kamgras groeit op vochtige, voedselrijke bodems, vooral op kleigrond, vaak in gezelschap van scherpe boterbloem en witte klaver. Bij intensieve bemesting wordt kamgras verdrongen door productievere grassen als Engels raaigras. Vanwege een sterke afname staat kamgras op de Rode Lijst. In Groningen is kamgras vooral te vinden in bermen, in de vochtige weidevogelgraslanden in het Westerkwartier, Reitdiepgebied en rondom Appingedam en in het Lauwersmeer.
Krabbenscheer Stratiotes aloides
Krabbenscheer is een drijvende waterplant die ’s winters naar de bodem zakt. De plant heeft langwerpige bladeren met scherpe tanden. De plant komt in laagveengebieden soms massaal voor en speelt een belangrijke rol in de verlanding. Drijvende matten van krabbenscheer bieden broedgelegenheid aan zwarte sterns en soms ook witvleugelstern of witwangstern. Verder is krabbenscheer de enige waardplant van de libellensoort groene glazenmaker. In Groningen wordt krabbenscheer aangetroffen langs de randen van het Drents Plateau, o.a. bij het Leekstermeer en in het Hunzedal, maar ook in veenkoloniale wijken en zelfs in stadsvijvers. Krabbenscheer is sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw sterk afgenomen en staat op de Rode Lijst.


Noordse zegge Carex aquatilis
Noordse zegge heeft net als andere zeggen een driekantige stengel. De bloeiwijze bestaat uit twee of drie mannelijke aren en drie tot vijf vrouwelijke aren. Op afstand is een vegetatie van Noordse zegge te herkennen aan het glanzende blad. De soort bereikt in Nederland haar zuidgrens, alle groeiplaatsen bevinden zich noordelijk van de Overijsselse Vecht. Noordse zegge groeit in beekdalen aan de randen van het Drents Plateau, op plekken waar zowel sprake is van kwel als van kortdurende overstromingen. Vaak groeit ze samen met holpijp, waterdrieblad en wateraardbei. In Groningen wordt de soort aangetroffen in het Westerkwartier, bij het Leekstermeer en in de benedenlopen van Drentse Aa, Hunze en Westerwoldse Aa. De soort staat op de Rode Lijst en is alleen bekend van oude groeiplaatsen.
Paarse morgenster Tragopogon porrifolius
Paarse morgenster is oorspronkelijk afkomstig uit het Middellandse-Zeegebied en wordt al sinds de Oudheid gekweekt vanwege de eetbare wortel. Sinds de 17de eeuw werd ze als groente verdrongen door schorseneer, maar sindsdien heeft ze zich op plekken weten te handhaven. Eén van die plekken is het Groninger kleigebied, het meest noordelijke bolwerk van deze soort. Ze groeit vooral in bermen en op (slaper)dijken. De paarse morgenster is gemakkelijk te herkennen aan de paarse bloem die zich alleen in de ochtend opent.


Roggelelie Lilium bulbiferum
De roggelelie is onmiskenbaar: aan de top van een 30-90 cm lange rechte stengel staan 4-6 oranje bloemen met een doorsnede van 12 cm. Roggelelie is een soort van de bergen, maar werd in Nederland ook aangetroffen in de ‘eeuwige’ winterroggeakkers op essen langs de rand van beekdalen. De roggelelie is in Groningen uitgestorven, maar kwam in het begin van de 20e eeuw nog algemeen voor op de essen van Westerwolde. In de loop van de 20e eeuw is de soort daar verdwenen. De soort staat op de Rode Lijst als ‘ernstig bedreigd’ en komt nog op enkele groeiplaatsen voor in Drenthe. De roggelelie werd vroeger vanuit het wild naar tuinen overgeplant en van daaruit zou weer herintroductie kunnen plaatsvinden.
Rond wintergroen Pyrola rotundifolia
Rond wintergroen heeft een rozet van ronde leerachtige bladeren die in de winter groen blijven. Aan de 10-35 lange stengel bevindt zich een tros van witte bloemen. Wat betreft groeiplaats is rond wintergroen een echte fijnproever. De soort komt voor op humusrijke grond, bij wisselende grondwaterstanden en is afhankelijk van mycorriza. Deze omstandigheden komen vooral in de duinen en in het binnenland op plekken waar zand- of leembodems zijn vergraven. In Groningen komt de soort vooral voor in het Lauwersmeer en sporadisch in het binnenland, waaronder een groeiplaats in Leinwijk aan het Zuidlaardermeer die bij de inrichting is afgeplagd. Rond wintergroen staat als ‘kwetsbaar’ op de Rode Lijst.


Steenbraam Rubus saxatilis
Steenbraam is een bijzondere braam die geen houtige stengels heeft en waarvan de bovengrondse delen in de winter volledig afsterven. De plant wordt niet hoger dan 30 cm en groeit op vochtige voedselrijke grond in loofbossen. In Nederland komt de soort uitsluitend in Groningen voor op twee groeiplaatsen in Westerwolde. Niet verwonderlijk dat de steenbraam op de Rode Lijst staat als ‘ernstig bedreigd’.
Stomp fonteinkruid Potamogeton obtusifolius
Stomp fonteinkruid is een waterplant van zoet, voedselrijk en meestal ondiep water, vaak op de overgang van zand naar veen. Het heeft langwerpige bladeren met een stompe punt. Door de vele vertakkingen kan de plant ‘wolken’ onder water vormen. Tussen de bladeren zijn aartjes verstopt. In de winter laten ze los van de moederplant waardoor de plant zich gemakkelijk op nieuwe plekken kan vestigen. Stomp fonteinkruid is vrij zeldzaam en staat als kwetsbaar op de Rode Lijst. In Groningen komt de plant relatief veel voor in de wijken in de Veenkoloniën.


Zeealsem Artemisia maritima
Voor de kenmerkende geur van de kwelders speelt zeealsem een belangrijke rol. Dit komt door de geurstof santonine, een wormafdrijvend en insectenwerend middel. Op beweide kwelders wordt zeealsem vanwege de sterke geur door het vee met rust gelaten. Het is een grijs behaarde plant die pas vanaf augustus bloeit. Wij kennen de soort van de kust, maar elders in Europa komt zeealsem ook in de bergen en in zoutsteppen voor. Zeealsem groeit langs oeverwallen van slenken op de kwelder. De plant is algemeen langs de Groninger waddenkust en op de Rottums, maar staat wel als ‘kwetsbaar’ op de Rode Lijst.
Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief!
* Verplichte velden