Onderzoek broedsucces wadvogels vastelandskust

Het Waddengebied is een onmisbare schakel op een belangrijke vogeltrekroute: de Oost-Atlantische trekroute. Miljoenen vogels komen naar het Waddengebied gedurende het jaar om te broeden, rusten of foerageren. Helaas gaat het niet goed met veel wadvogelsoorten. Van typische wadvogels zoals bontbekplevier, kluut, visdief en noordse stern is het broedsucces zo laag dat het de sterfte niet compenseert en de populaties sterk onder druk staan.

De Natura2000-doelstellingen voor het behoud van verschillende soorten wadvogels worden door het lage broedsucces niet behaald. Het Groninger Landschap komt samen met zes andere natuurorganisaties in actie onder de naam Wij&Wadvogels.

In de eerste fase van Wij&Wadvogels (2019-2024) zijn de zeven natuurorganisaties aan de slag gegaan met in totaal 24 deelprojecten. De projecten zijn allemaal terug te leiden naar drie hoofddoelen:
1. Creëren van broed- en rustlocaties
2. Vergroten rust voor wadvogels, bewustwording en draagvlak onder mensen
3. Kennis vergaren en uitwisselen

In fase 1 van Wij&Wadvogels werkte Het Groninger Landschap samen met Ecosensys, Altenburg & Wymenga en Sovon Vogelonderzoek Nederland aan een onderzoek naar het broedsucces aan de vastelandskust. Het onderzoek is inmiddels afgerond en heeft interessante inzichten en een handelingsperspectief met in totaal 15 effectieve maatregelen voor het verhogen van het broedsucces opgeleverd.

Het onderzoek

Om een handelingsperspectief voor het verhogen van het broedsucces van grondbroeders aan de vastelandskust te maken zijn drie factoren onderzocht die direct invloed hebben op het broedsucces onderzocht:

  1. Overstroming door zomerstormen
  2. Voedselaanbod voor kuikens
  3. Predatie van nesten en kuikens

Het onderzoek is deels uitgevoerd in gebieden van Het Groninger Landschap waaronder de Klutenplas en Polder Breebaart. Beide gebieden zijn binnendijkse brakwatergebieden met pionierbegroeiing. We delen graag een aantal interessante inzichten.

Deelonderzoek voedselbeschikbaarheid

Het dieet van kuikens van Kluten bestaat voor het grootste deel (78%) uit insecten. Deze zijn voornamelijk te vinden op de overgang van droog naar nat, de slikranden. Voedselbeschikbaarheid is onder andere afhankelijk van temperatuur, zoutgehalte van het water en waterstand. Een belangrijke factor waar terreinbeherende organisaties invloed op kunnen uitoefenen is de waterstand. Bij verdroging verdwijnen slikranden én neemt het zoutgehalte toe, waardoor voedselaanbod daalt.

Deelonderzoek zomerstormen

Het overgrote deel van alle wadvogelsoorten broedt op plekken die risico lopen om getroffen te worden door hoog tij. De afgelopen decennia neemt het risico van overstromingen door zomerstormen toe, onder andere door klimaatverandering en bodemdaling. Deze stormen vinden vaak plaats in juni en juli, als de nesten en kuikens kwetsbaar zijn. De maatregelen die genomen kunnen worden zijn beperkt en hebben ook nadelige effecten. Terwijl er juist veel te doen is op het gebied van predatiebeheer en voedselvoorziening.

Deelonderzoek predatie

Predatoren, zoals vossen en steenmarters, hebben veel invloed op het broedsucces van grondbroedvogels. Om meer inzicht te krijgen in het gedrag en de effectiviteit van genomen maatregelen, zijn voor het onderzoek vossen en steenmarters voorzien van een GPS-halsband. Vossen bleken erg honkvast, al verschilde het leefgebied per dier. Sommige dieren leven uitsluitend op de kwelders, andere vossen jagen zowel op het achterland als de kwelders. Hetzelfde gedrag was te zien bij de steenmarters met een GPS-halsband. Het effect van de genomen maatregelen was ook verschillend. Zo hield het stroomraster bij de Klutenplas alle vossen buiten, maar de steenmarter niet. In Polder Breebaart waren de maatregelen, een watergang en een stroomraster, minder succesvol. De predatoren wisten naar het broedeiland in de polder te zwemmen. De kuikens die buiten het stroomraster foerageerden werden alsnog slachtoffer van predatie.

Handvatten

De deelonderzoeken hebben veel bruikbare inzichten opgeleverd. Op basis van de resultaten zijn in totaal vijftien handvatten opgesteld. We lichten er hier een aantal uit.

  • In binnendijkse broedgebieden is het essentieel om het waterpeil te kunnen sturen. Dit zowel om verruiging van vegetatie tegen te gaan, als om het voedselaanbod voor klutenkuikens te verbeteren.
  • Voor kuikens is het van belang dat ze veilig kunnen foerageren. De aanleg van nieuwe broedlocaties is alleen zinvol als de voedselvoorziening op orde is. Bij voorkeur is binnen het stroomraster voldoende voedsel beschikbaar.
  • Een stroomraster kan goed werken tegen predatie door vossen, mits er voldoende stroom op het raster staat. Stroomrasters vergen regelmatig onderhoud en intensieve controle.
Partners van Wij&Wadvogels

In 2019 ging het meerjarige samenwerkingsprogramma Wij&Wadvogels van start. Zeven natuurorganisaties werken samen aan het herstel van gezonde vogelpopulaties in het Waddengebied: Het Groninger Landschap, It Fryske Gea, Landschap Noord-Holland, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Vogelbescherming Nederland en de Waddenvereniging. Wij&Wadvogels wordt financieel mogelijk gemaakt door het Waddenfonds, het Investeringskader Waddengebied, het ministerie van LVVN, de provincies Noord-Holland, Fryslân en Groningen,  Beheerautoriteit Waddenzee en Rijkswaterstaat. Het programma loopt tot eind 2027.