Vroeger stond dit beekdal in de winter en in het voorjaar onder water. Het was er zompig en moerassig. Later nam de mens het hier over. De oeverlanden werden ingepolderd en drooggelegd voor bewoning, veeteelt en akkerbouw. Dat ging helaas ten koste van de rijkdom aan wilde planten en dieren. Die hadden een gevarieerde en natte leefomgeving nodig. Het Groninger Landschap probeert nu het Hunzedal zoveel mogelijk in haar oude staat terug te brengen. Bijvoorbeeld door een ander waterbeheer te voeren. ’s Winters kiezen we voor een hoger waterpeil, ’s zomers voor een lagere stand. Extensieve seizoensbegrazing met vleeskoeien zorgt ervoor dat veenpolders open blijven. Bijzondere vegetaties, weidevogels, moerasvogels en andere dieren hebben daar baat bij.