De bever in het Hunzedal

In het Hunzedal zitten meerdere bevers. De bever is met een kop-romp-lengte van tot wel 1 meter het grootste knaagdier van Europa. Bevers waren in 1826 in Nederland uitgestorven, maar zijn sinds 1988, met een beetje hulp, weer terug. De laatste jaren zijn ze zelfs met een opmars bezig.

Uiterlijk

Bevers kunnen inclusief hun staart een lengte van zo’n 1,35 meter bereiken. Ze hebben vrij kleine ogen en oren en een platte staart. Daarbij beschikken ze over twee paar knaloranje knaagtanden waarmee ze met gemak bomen en takken doorknagen. De tanden zijn oranje vanwege de aanwezigheid van ijzer in het glazuur, wat ze extra sterk maakt.

Sporen

Een beverburcht is één van de duidelijkste sporen van beveractiviteit. In het landschap zie je een hoge bult met takken liggen, in of direct naast het water. Onder de bult bevindt zich de schuilplaats van de bever, met een in- en uitgang onder water.

Beverburcht in het landschap – Mark Zekhuis

Vraatsporen

Bomen worden, met name in het winterseizoen, omgeknaagd voor het aanleggen van een wintervoorraad. Rond de plaats waar de bever heeft geknaagd liggen vaak grove snippers en andere overblijfsels. De bever knaagt bomen tot wel 60 cm doorsnede door. Op de overblijfsels van de boom zie je vaak duidelijk de tandafdrukken nog zitten. Vervolgens wordt een boom in stukken geknaagd en naar de waterkant gesleept. Daar eet de bever van de bladeren, twijgen en bast. Ook worden er delen naar een dam of burcht gesleept om deze te versterken.

Beverkunst – Arjan Bakker

De bever:
een aanwinst voor de natuur in het Hunzedal

De bever als architect in het Hunzedal

Het knagen van bevers draagt bij aan de diversiteit en vernieuwing van het bos. De open plekken die ze creëren met hun geknaag bieden ruimte aan een verscheidenheid aan schaduwrijke planten. Tijdens de zomermaanden trimmen ze hele gebieden met waterplanten, wat oeverbegroeiing voorkomt en de waterstroming verbetert.

De dammen die ze bouwen, leiden tot de vorming van meertjes waar klei en zand bezinken. Deze ondiepe wateren vormen een aantrekkelijke habitat voor kikkers, libellen, diverse waterplanten en vissen. Wanneer de bevers verder trekken naar nieuwe locaties, krijgt het verlaten gebied de kans om weer tot bloei te komen, en zo brengen ze overal waar ze gaan leven en dynamiek in het landschap.

Een vaak geziene buurman van de bever is de otter! Vanwege hun verschillen in dieetwensen kunnen ze vaak prima in elkaars habitat leven. Waar de bever een duidelijke herbivoor is geeft de otter de voorkeur aan vis. Kijk hier voor meer informatie over dit andere dier uit de big five.

Wildcamera beelden van de bever in het Hunzedal

De bever zelf zien?

In Leinwijk hebben we een korte wandelroute van 3 kilometer. Onderweg kom je langs een uitkijktoren, die een prachtig uitzicht biedt over het natuurgebied. Ook heb je vanaf de uitkijktoren zicht op de beverburcht en kun je beversporen zien. 

Contact en openingstijden

Locatie
Meerweg 62A
9606 PP Kropswolde

Contact
050-3135901
info@groningerlandschap.nl

Op de kaart