De Oostpolder en de Onnerpolder liggen ten westen van het Zuidlaardermeer, parallel aan de Hondsrug tussen Haren en Noordlaren. Net als de andere polders rondom het Zuidlaardermeer zijn ze onderdeel van het beekdalsysteem van het Zuidlaardermeergebied. Het Groninger Landschap wil van de polders goede leefgebieden maken voor weide- en moerasvogels.
Van oudsher zijn de Oostpolder en de Onnerpolder echte weidevogelgebieden. Landelijk nemen weidevogels drastisch af en Het Groninger Landschap neemt dan ook een aantal maatregelen om dat in de Oost- en Onnerpolder te voorkomen. Zo wordt er met lage dichtheid aan vee geweid en zijn maaidata afgestemd op het broedseizoen. Behalve deze traditionele veenweides, zijn vanaf het Zuidlaardermeer tot aan het Winschoterdiep zogenaamde zomerpolders aangelegd. Deze staan ’s winters tot de vroege zomer onder water en deze ondergelopen graslanden zijn een paradijs voor veel bijzondere vogelsoorten, zoals geoorde fuut, kleinst waterhoen, witwangstern, kemphaan, watersnip en talloze eendensoorten.
De diversiteit in het gebied en het grote voedselaanbod in het gebied maakt het gebied aantrekkelijk als broedgebied van de zeearend. Deze imposante vogel jaagt op vis, eenden en ganzen in het gebied. Dit is goed waar te nemen vanaf de openbare wegen.
Als succesvolle broedvogel komt deze zeldzame soort alleen in Groningen voor, waar hij in 2012 voor het eerst verscheen in het Hunzedal in de Kropswolderbuitenpolder welke weelderig begroeid was met Veenwortel. In 2016 heeft de soort gebroed in Midden-Groningen, maar vanaf 2017 is hij weer terug in het Hunzedal in de zomerpolders van de Oost- en Onnerpolder.
Ook het riet langs de oevers willen we weer gezond maken. Deze hebben nu behoorlijk te lijden onder ‘successie’. Successie is het natuurlijke proces waarbij de grond telkens een klein beetje wordt opgehoogd door het plantaardige materiaal dat ieder jaar op de grond valt, zoals het blad van riet en afgestorven gewassen. De grond wordt dan steeds hoger en droger en dan kan er bos ontstaan. Het riet wordt dan verdrongen.
Om deze ‘verbossing’ tegen te gaan, wordt jaarlijks 80% van het aanwezige riet gesneden. De overige oppervlakte blijft staan voor kritische rietvogels.
In de Oost- en Onnerpolder broeden ’s zomers kieviten, grutto’s, tureluurs, slobeenden, wintertalingen, veldleeuweriken, gele kwikstaarten en graspiepers. ’s Winters worden de Oostpolder en de Onnerpolder gebruikt door grote groepen kolganzen. Kom dus eens naar onze uitkijktoren. Vanaf daar heb je een prachtig uitzicht over de polders en kun je al deze vogels spotten!
Aan de Noorderhooidijk in de Onnerpolder ligt het watertje de Biks. De gelijknamige molen staat aan het einde van deze dijk. In de zomer zetten libellen hier hun eitjes af. Het is een ontzettend mooi gezicht om de libellen dan als raketten over het water te zien schieten. Ze tippen steeds even met hun staart in het water. Zo droppen ze hun eitjes.
In de Onnerpolder ligt een bijzonder natuurgebiedje, de Harener Wildernis. Het bestaat uit moerasbos en graslanden. In het moerasbos groeien veenmossoorten, maar ook wilde kamperfoelie, braam en de moerasplanten oever- en draadzegge. Op enkel plekken staat ook wilde gagel, een heerlijk ruikende plant die vroeger veel werd gebruikt bij de bereiding van alcoholische kruidige dranken, zoals berenburg.
In de Harener Wildernis broeden onder meer de havik, de buizerd, de boomklever, de blauwborst en de kleine bonte specht. Het gebied is ook een ideaal rustgebied voor reeën en vossen.
De bodem van de Harener Wildernis is erg moerassig en verraderlijk. Daarom – en omdat het gebied zo kwetsbaar is – is het afgesloten voor het publiek.
Nieuwsgierig naar al het moois wat de Oost- en Onnerpolder te bieden heeft? Je kunt hier prachtig wandelen en fietsen! Aan de Mr. Koolweg bij Noordlaren staat aan de oever van het Zuidlaardermeer een uitkijktoren. Vanaf de toren heb je een prachtig uitzicht over beide polders en het Zuidlaardermeer.