De witwangstern in het Hunzedal
De witwangstern is in Nederland en West-Europa als geheel veruit de zeldzaamste van de drie soorten sterns. Het is uniek voor Nederland dat de soort het Hunzedal als broedplek heeft gekozen. De vogel heeft wat weg van een visdief, de witwangstern heeft een kortere staart en een donkergrijze buik.
Bewoner van het Hunzedal
De witwangstern komt in Groningen onder meer voor in de Oostpolder en Onnerpolder. Het aantal broedparen van de witwangstern lag in 2020-2022 tussen de 57 en de 74. Witwangsterns eten insecten en andere kleine in het water levende organismen zoals kikkers en visjes. Net als de andere sterns pikken ze hun prooi vaak zonder te duiken vanaf het wateroppervlak. Insecten zoals libellen en juffers vangen ze ook in de lucht.
In het najaar trekken de Witwangsterns van het Hunzedal naar Zuid-Europa en West-Afrika.
Witwangsterns worden in Nederland bijna uitsluitend gezien tussen eind april en half september, met name bij ons in het Hunzedal bij het Zuidlaardermeer. De meeste meldingen vallen in mei en juni. Waarnemingen in het najaar zijn zeldzaam, incidenteel is de soort zelfs in de winter gezien.
Geluid
Zelf de Witwangstern spotten?
Dat kan in de Oostpolder en de Onnerpolder, deze liggen ten westen van het Zuidlaardermeer, parallel aan de Hondsrug tussen Haren en Noordlaren. Net als de andere polders rondom het Zuidlaardermeer zijn deze polders ook onderdeel van het beekdalsysteem van de Hunze. Het Groninger Landschap heeft van de polders het leefgebieden gemaakt van verscheidene weide- en moerasvogels, waaronder de Witwangstern.