In het dorpje Woltersum, vlakbij Ten Boer, staat molen Fram, heel avontuurlijk vernoemd naar het schip Fram van de Noorse ontdekkingsreiziger Fridtjof Nansen. Bouwheer Evenhuis was een groot bewonderaar van deze poolreiziger en wetenschapper. De molen was niet alleen een houtzaagmolen, maar ook een koren- en pelmolen. Deze combinatie komt in Nederland maar twee keer voor. De molen doet zijn naam dus zeker eer aan. Fram betekent namelijk voorwaarts.
Molen Fram is een achtkante stellingmolen. De stelling is de houten omloop bovenop een (meestal) stenen onderbouw. Stellingmolens zijn daardoor tot wel 12 meter hoger dan grondzeilers. Grondzeilers zijn molens waarvan de wieken bijna de grond raken. Stellingmolens vind je meestal in de bebouwde kom. Daar is immers meer hoogte nodig om genoeg wind te vangen. Grondzeilers staan in het open veld.
Zaagmolens staan altijd aan het water. Zo kunnen de boomstammen makkelijk worden aangevoerd. De stammen lagen eerst een jaar in het water (in een zogenaamd balkgat), voordat ze konden worden verwerkt. Daarna werden de stammen over de zaagslede naar een zaagraam geleid. De draaiende beweging van de windmolen werd met behulp van een krukas omgezet in een op-en-neergaande beweging. Op deze wijze werden de zaagbladen in het zaagraam aangedreven.
De zaagmolen in actie: klik hier
Op de zaagslede werden de te zagen boomstammen vastgemaakt. De slede werd vervolgens voortbewogen door een tandwielensysteem (krabbelwerk genoemd) en richting en door het zaagraam geduwd. Hoe harder het waaide, hoe sneller de molen zaagde.
De uitvinding van de krukas is erg belangrijk geweest. Met deze uitvinding werd het mogelijk om een draaiende beweging om te zetten in een op-en-neergaande beweging en zo konden op grote schaal en met grote precisie machinaal planken worden gezaagd.
Aan de zaagmolen hebben we veel te danken. De Gouden Eeuw bijvoorbeeld. Cornelis Corneliszoon van Uitgeest stond aan de wieg. Hij bouwde in 1594 de eerste zaagmolen en enkele jaren later vroeg hij octrooi aan op het zogenaamde ‘besonder creckwerk’, oftewel de krukas.
Door zijn uitvinding werd het makkelijker om boomstammen te zagen. Daarvoor was het puur handwerk. Dankzij de zaagmolens waren de Lage Landen in staat om in korte tijd enorme massa’s hout tot planken te verwerken. En van die planken werd een gigantische vloot gebouwd.
Molen Fram is regelmatig in bedrijf. Op zaterdagmiddag zijn de molenaars vaak aan het werk. Als het voldoende waait heb je goede kans dat je de geur van vers gezaagd hout kunt opsnuiven. Het is geweldig om de zagerij aan het werk te zien. Het geluid van de zagen, het gerammel van het krabbelwerk en de geur van het hout zorgen voor een unieke ervaring.
Tip: Bekijk de activiteitenkalender voor actuele activiteiten in de molen
Benieuwd hoe molen Fram eruit ziet
klik hier voor een virtuele tour door de molen en neem een kijkje.